Tucht en Vertrouwen
Bij een teamsport als hockey zijn overtredingen en straffen soms onvermijdelijk. Als club staat sportiviteit echter hoog in het vaandel. Onze 10 geboden (link) zijn daarbij het uitgangspunt, naast uiteraard het hockeyreglement.
De meeste bestraffingen, kaarten en boetes worden door de KNHB afgewikkeld. In sommige gevallen is het echter belangrijk om als club op te treden. Allereerst hebben wij een tuchtreglement en een bijbehorende commissie die, in geval van overtredingen van de regels, gaat beoordelen hoe we daar als club mee omgaan.
Ambassadeur
Sportiviteit & Respect
Naast het
tuchtreglement en -commissie hebben we een functionaris Sportiviteit &
Respect. In voorkomende gevallen neemt hij een bemiddelende, opiniërende dan wel
beslissende rol in. Onze huidige functionaris is Arthur van den Broek
Vertrouwens contact persoon
Wij vinden het belangrijk dat iedereen zich op de club thuis voelt en kan hockeyen in een veilige en sportieve omgeving. Plezier beleven in je sport, samen met je elftalgenoten, trainer, coach, scheidsrechters, mede-vrijwilligers, supporters langs de lijn en ook de gasten die wij op onze club ontvangen. Je prettig en veilig voelen en jezelf kunnen zijn, in en om het clubhuis, ongeacht leeftijd, sekse of seksuele geaardheid. Om dit te waarborgen is er binnen onze club een Vertrouwens Contact Persoon (VCP) aangesteld. De vertrouwenspersoon is een initiatief van het NOC*NSF mede ondersteund door de KNHB.
De VCP binnen onze vereniging is Arthur van den Broek.
High 5! Op naar
een veilige sportcultuur
Sporten in een veilige omgeving zou voor iedereen
vanzelfsprekend moeten zijn. Het Centrum Veilige Sport Nederland is er dan ook
voor iedereen in de sport die vragen of twijfels heeft of een melding wil doen.
De medewerkers luisteren, denken mee en begeleiden naar de beste oplossing.
Iedereen mag contact met opnemen; sporters, trainers, bestuurders en
vertrouwenscontactpersonen. En natuurlijk ook bezorgde ouders en professionals.
De tool(zie de link) is bedoeld voor sportbestuurders en vrijwilligers
van sportverenigingen en helpt om op een eenvoudige manier inzicht te geven in
wat een vereniging kan doen om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.
Doorloop de 5 stappen en optimaliseer het sportklimaat binnen je vereniging:
https://centrumveiligesport.nl/preventie/tools-en-informatie/high5-stappenplan-tool
Besteed aandacht aan De ’11 Gedragsregels begeleiders in de sport’
Omgangsregels kunnen gezien worden als algemene uitgangspunten voor gedrag. In de sport is de relatie tussen de trainer en de sporter erg belangrijk. Daarom heeft de georganiseerde sport gedragsregels vastgesteld. Deze gedragsregels zijn gericht op trainer-kaderleden (verder in de tekst begeleider genoemd) en maken deel uit van het Tuchtreglement van de sportbond. De gedragsregels geven aan waar de grenzen liggen in het contact tussen begeleider en sporter.
Deze gedragsregels zijn opgesteld voor begeleiders in de sport aangezien uit cijfers blijkt dat plegers veelal begeleiders zijn en slachtoffers veelal sporter.
Het bekendmaken van de ‘Gedragsregels begeleiders in de sport’ laat zien dat een sportvereniging werk maakt van het tegengaan van seksuele intimidatie/grensoverschrijdend gedrag en dat kan preventief werken. Daarbij is het belangrijk dat iedereen die betrokken is bij de sportvereniging op de hoogte is van deze gedragsregels. Het is dus belangrijk om als bestuur dit te delen en van begeleiders ( en andere vrijwilligers) te vragen deze te onderschrijven. Dat kan door ze lid te laten worden van de vereniging en daarmee de bond. Ook kun je ze vragen om een vrijwillige onderwerping aan het tuchtrecht te laten tekenen. De gedragsregels vormen - aangevuld met de omgangsregels tussen sporters en begeleiders.
Gedragsregels
Deze gedragsregels zijn anders dan omgangsregels afdwingbaar. Als een of meerdere gedragsregels overtreden wordt dan kan een tuchtprocedure met tuchtrechtelijke sancties volgen vanuit de sportbond.
Hieronder vind je een overzicht van de ‘Gedragsregels begeleiders in de sport’ zoals vastgesteld binnen de georganiseerde sport:
1. De begeleider moet zorgen voor een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts-)misbruik of Seksuele Intimidatie tegenover de sporter.
4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
6. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
7. De begeleider zal tijdens training(-stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
8. De begeleider heeft de plicht tegen schade en (machts-)misbruik als gevolg van Seksuele Intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.
Aannamebeleid: in het aannamebeleid (van vrijwilligers) moet duidelijk vermeld staan dat er een intakegesprek gevoerd wordt en voor vrijwilligers een VOG wordt aangevraagd als onderdeel van algemeen preventiebeleid.
Contact